Toegestane trekkracht van kettingen
- De ketting moet ten minste in overeenstemming zijn met norm EN 818-2:1996 of, bij veelzijdige ratelkabels, met norm EN 818-7, kwaliteitsklasse T.
- Enkel spankettingen van 6, 9 en 11 mm voor houttransport (lang hout of rondhout) mogen een grotere maximale schalm van 6xdn hebben.
- De koppelende onderdelen moeten voldoen aan norm EN 1677-1, Onderdelen voor hijsgereedschappen, kwaliteitsklasse 8.
- Koppelende en inkortende elementen moeten gezekerd zijn tegen het loskomen.
- Bij spanelementen die handmatig worden bediend, mag de terugloopafstand aan het eind van het spanelement niet groter zijn dan 150 mm; spanelementen met het hefboomprincipe mogen dus niet worden gebruikt.
- Ongewild deblokkeren van spanelementen terwijl ze onder spanning staan mag niet gebeuren.
- Spanschroeven en korte ladingbinders moeten gezekerd worden tegen het loskomen. Spanelementen met haakvormige uiteinden moeten gezekerd zijn tegen ongewild loskomen.
Toegestane trekkracht van kettingen, EN-12195-3:
Volledige spanketting met ketting met nominale afmetingen in mm of codenummer van onderdelen | Toegestane trekkracht (LC) daN |
6 | 2200 |
7 | 3000 |
8 | 4000 |
9 | 5000 |
10 | 6300 |
11 | 7500 |
13 | 10000 |
16 | 16000 |
18 | 20000 |
20 | 25000 |
22 | 30000 |
Bron: Bijlage 8.4. van Europese richtlijnen voor beste praktijken over het zekeren van lading voor wegtransport