Uitzendkrachten
Uitzendkrachten
Goedgekeurd door Sociale Partners

Geactualiseerd: maart 2024

Volgens de Arbowet en Arbeidstijdenswet zijn uitzendkrachten gelijk aan werknemers in loondienst. Dat betekent dat je als inlener van uitzendkrachten werkgever bent en moet zorgen voor een gezonde en veilige werkplek. Als er een ongeval op het werk plaatsvindt en de veiligheid is niet op orde dan ben je als inlener dus aansprakelijk. Ook moet je als inlener zorgen dat persoonlijke beschermingsmiddelen voor medewerkers in eigen dienst en uitzendkrachten hetzelfde beschermingsniveau bieden. 

Je hebt als bedrijf ook te maken met de uitzendorganisatie. Het is daarom belangrijk om duidelijke afspraken te maken met de uitzendorganisatie over veilig en gezond werken.  

Omdat het werk vaak van tijdelijke aard is, kunnen er daarnaast specifieke aandachtspunten zijn voor uitzendkrachten. Denk aan: 

  • informatieachterstand over het werk, de risico’s en afspraken hierover 
  • onzekere positie van de uitzendkracht, angst om zaken kenbaar te maken omdat men het werk niet wil kwijtraken 
  • minder binding met collega’s door het tijdelijke karakter van het werk. 

Veel uitzendkrachten zijn anderstalig. Bekijk ook de arbocatalogustekst Anderstalige en laaggeletterde medewerkers.  

Wat is de gewenste situatie?

De uitzendorganisatie heeft voordat uitzendkrachten aan het werk gaan al zicht op de veiligheids- en gezondheidsrisico’s en bijbehorende maatregelen in het bedrijf van de inlener. 

Als bedrijf heb je inzicht in de veiligheids- en gezondheidsrisico’s voor uitzendkrachten en neem je passende maatregelen. 

De uitzendkrachten zijn aantoonbaar voorgelicht en geïnstrueerd over de arbeidsomstandigheden en kunnen hun werk zonder risico’s voor veiligheid, gezondheid en welzijn uitvoeren.  

Uitzendkrachten moeten op grond van de Arbowet en de Arbeidstijdenwet gelijk behandeld worden als medewerkers in eigen dienst. 

Maatregelen

Stel bij de werving en selectie van uitzendkrachten vast aan welke eisen uitzendkrachten moeten voldoen qua kennis en vaardigheden om veilig en gezond te kunnen werken. 

Bespreek werkomstandigheden en eisen t.a.v. gezond en veilig werken met de uitzendorganisatie, en leg afspraken duidelijk vast. (zie toelichting).  

Inventariseer de risico's van het werk van uitzendkrachten, bekijk of er specifieke maatregelen nodig zijn voor deze groep, en beoordeel deze regelmatig.  

Geef (aantoonbare) instructies en voorlichting over de werkafspraken en arbeidsomstandigheden (zo nodig in meerdere talen) en houd toezicht op de naleving ervan.  

Meld ongevallen met uitzendkrachten aan de uitzendorganisatie én zo nodig aan de Nederlandse Arbeidsinspectie. 

Zorg dat de vertrouwenspersonen bekend en beschikbaar zijn voor uitzendkrachten.  

Toelichting op de maatregelen

Werving en selectie van uitzendkrachten

  • Denk na voor welke werkzaamheden de inzet van uitzendkrachten nodig is, en of het mogelijk is medewerkers in loondienst te nemen.
  • Bepaal wat de eisen zijn ten aanzien van veilig en gezond werken, denk aan basisveiligheid VCA, aantoonbare opleiding voor specifieke machines of arbeidsmiddelen en de benodigde werkervaring.
  • Bepaal wat de eisen zijn ten aanzien van de taalvaardigheid van de uitzendkracht (niveau spreken, begrijpen, lezen, schrijven) en toets deze zo nodig. (Zie voor meer tips het E-book veilig en gezond werken met internationale medewerkers). 

Afstemming met de uitzendorganisatie 

  • Stel vooraf vast wie vanuit het bedrijf: 
  1. toeziet op de uitvoering van het werk door de uitzendkracht 
  2. verantwoordelijk is voor de veiligheid van het werk en de werkplek 
  3. werkinstructies geeft 
  4. persoonlijke beschermingsmiddelen verstrekt met bijbehorende instructie 
  5. contactpersoon is voor de uitzendkracht en de uitzendorganisatie 
    Zie erop toe dat dit wordt uitgevoerd. 
  • Stuur als input voor de werving en selectie informatie over de functie, vereiste kwalificaties, risico’s van het werk en hoe hiermee om te gaan naar de uitzendorganisatie. Gebruik hiervoor de handige Arbochecklists in meerdere talen.
  • Vul als inlener de algemene versie en de versie voor de land- en tuinbouw in. Het is belangrijk dat je dit als inlener doet, omdat alleen jij zicht hebt op de risico’s. Naast veiligheidsrisico’s gaat het ook om de fysieke en psychosociale belasting in het werk.
  • Voeg de checklists, eventueel aangevuld met bedrijfsspecifieke instructies (bedrijfsvoorlichtingsmateriaal), indien van toepassing in meerdere talen, bij de opdrachtovereenkomst.
  • De Arbochecklists worden, voordat de werkzaamheden starten, door de uitzendorganisatie aan de uitzendkracht verstrekt. Check bij de uitzendkrachten of zij deze ontvangen hebben.  
  • Maak afspraken over persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM’s): 
    • Het inlenende bedrijf verstrekt de PBM’s en geeft bijbehorende instructies.  
    • Uitzendkrachten krijgen PBM’s met hetzelfde beschermingsniveau als eigen medewerkers. Hiervoor mag geen financiële vergoeding aan de uitzendkracht gevraagd worden (wel eventueel een billijke borg die terugbetaald wordt bij vertrek) 
    • De inlener ziet toe op de kwaliteit en het juiste gebruik van PBM’s. Uitzendkrachten mogen zonder de juiste PBM’s niet werken. 
    • Eventueel kan afgesproken worden dat de uitzendorganisatie de PBM’s verstrekt. Deze moeten hetzelfde beschermingsniveau bieden als de PBM’s van medewerkers in eigen dienst van de inlener. Het uitzendbureau mag hiervoor ook geen bijdrage vragen aan de uitzendkracht. De inlener blijft zélf verantwoordelijk voor gebruik van de juiste PBM’s en het toezicht hierop.  
    • PBM’s blijven eigendom van de inlener of uitzendorganisatie De uitzendkracht kan niet verplicht worden de PBM’s zelf aan te schaffen of over te nemen. 
    • Overleg met de uitzendorganisatie als de uitzendkracht de PBM’s niet volgens instructies wil gebruiken.   
    • Leg de afspraken over PBM’s tussen inlener en uitzendorganisatie vast.  

Inventarisatie en beleidsmatige aanpak 

  • Inventariseer – in het kader van de RIE (link toevoegen naar item Arbobeleid) – waar zich risico’s voordoen bij het werken met uitzendkrachten.  
  • Neem maatregelen. Denk aan het vertalen van werk- en veiligheidsinstructies en werkafspraken.  
  • Denk ook aan risico’s voor de communicatie als men de Nederlandse taal niet begrijpt en/of spreekt of omdat men laaggeletterd is. Zie ook de arbocatalogustekst Anderstaligen

Het geven van instructies en voorlichting 

  • Geef de uitzendkracht voor het werk start informatie over het werk, de risico’s en de veiligheidsmaatregelen. Denk hierbij ook aan: 
    • de bedrijfsregels en omgangsvormen 
    • kennismaking met contactpersonen (leidinggevende, preventiemedewerker, medewerker(s) personeelszaken) 
    • wat te doen bij calamiteiten (vluchtroutes/wie zijn de bhv’ers) 
    • voorlichting en instructies over de risico’s in het werk en hoe daarmee om te gaan.  
    • gebruik van PBM’s en bijbehorende instructies 
    • welke werkzaamheden mag de uitzendkracht wel en niet uitvoeren? 
    • wat is de verantwoordelijkheid van de medewerker zelf?  
    • maak een rondgang door het bedrijf  
  • Communiceer in begrijpelijke taal.  
  • Geef alle noodzakelijke informatie ook op schrift aan de medewerker, zo nodig in zijn/haar eigen taal in combinatie met beeldtaal: foto’s, tekeningen, pictogrammen of film. Leg vast wie de instructies ontvangen hebben. 
  • De medewerker mag pas zelfstandig aan het werk als de instructies begrepen zijn. Begeleid een nieuwe uitzendkracht de eerste tijd. De begeleider is in staat om te communiceren met de nieuwkomer en toetst of de nieuwe medewerker de instructies voldoende heeft begrepen en het werk goed en veilig kan doen. Neem eventueel een schriftelijke toets af. 
  • Plaats pictogrammen en/of beeldende werkinstructies op gevaarlijke machines en/of op gevaarlijke werkplekken. 
  • Geef leiding en houd toezicht op de werkplek in een taal die de medewerker begrijpt. Voor toezicht bij jongeren gelden bijzondere regels. Zie: ‘deskundig toezicht jongeren’. 
  • Ga regelmatig na of de medewerkers zich houden aan de werkafspraken. 
  • Als in de praktijk blijkt dat een uitzendkracht onvoldoende taalbeheersing voor de werkzaamheden heeft, dan mag de medewerker de werkzaamheden niet (meer) uitvoeren.
  • Herhaal voorlichting en instructies periodiek (minimaal een keer per jaar) en als dingen veranderen.

Wat te doen bij een ongeval met een uitzendkracht? 

  • Informeer bij een bedrijfsongeval waarbij een uitzendkracht betrokken is geweest de uitzendorganisatie en overleg een kopie van de ongevalsrapportage aan de uitzendorganisatie en de uitzendkracht. Verder gelden dezelfde regels als bij een ongeval met een werknemer in loondienst: een ernstig ongeval, waarbij de uitzendkracht blijvend letsel oploopt, in een ziekenhuis wordt opgenomen of overlijdt, moet zo snel mogelijk door het inlenend bedrijf gemeld worden bij de Nederlandse Arbeidsinspectie. De uitzendorganisatie is naar verwachting vanaf 2025 ook verplicht een ernstig ongeval met een uitzendkracht te melden bij de Nederlandse Arbeidsinspectie (dubbele meldingsplicht). 

Vertrouwenspersoon 

  • Zorg dat de uitzendkracht terecht kan bij een vertrouwenspersoon en maak dit ook kenbaar. Medewerkers kunnen bij de vertrouwenspersoon terecht met meldingen of klachten over ongewenst gedrag. Een vertrouwenspersoon kan in het eigen bedrijf worden aangewezen (mits hiertoe opgeleid), of extern (bijvoorbeeld zoals vastgelegd in de cao).  Let op: de eigen personeelsfunctionaris of de bedrijfsarts kan geen vertrouwenspersoon zijn. Lees hier meer over de Vertrouwenspersoon.

Checklist voor de dagelijkse praktijk

Print alleen de checklist

Voor leidinggevende/begeleider: 

Voor uitzendkracht:

Wat je verder nog moet weten 

  • Bij het inschakelen van uitzendorganisaties is het van belang dat dit een betrouwbare partij is. Hiervoor ben jij als inlener zelf aansprakelijk. Als het een malafide uitzendorganisatie betreft, kan dit grote gevolgen hebben. Ga dit dus altijd na. Aandacht voor veilig en gezond werken is hier ook een onderdeel van. Deze checklists kunnen hierbij helpen. 
  • Pas de arbeidsvoorwaarden voor uitzendkrachten op dezelfde wijze toe als op eigen medewerkers in gelijke of gelijkwaardige functies. Dit heeft betrekking op de arbeidsvoorwaarden (salaris en vergoedingen, arbeidstijden, rusttijden, pauzes, overwerk, nachtdiensten, de duur van de vakantie en het werken op feestdagen) en de arbeidsomstandigheden. Ook het beleid rondom ongewenst gedrag is van toepassing op uitzendkrachten. 
  • Uitzendkrachten hebben ook gelijke toegang tot de bedrijfsvoorzieningen of diensten. Denk aan kantines, kinderopvang- en vervoersfaciliteiten. 
  • De uitzendorganisatie is verantwoordelijk voor de verzuimbegeleiding en een contract met een arbodienst hiervoor. Zolang de uitzendovereenkomst duurt, krijgt de uitzendkracht bij verzuim loon doorbetaald en is de uitzendorganisatie verantwoordelijk voor de verzuimbegeleiding. Is de uitzendkracht nog ziek als de uitzendovereenkomst eindigt? Dan stopt het loon en kan recht ontstaan op een Ziektewetuitkering. Afhankelijk van de afspraken van de uitzendorganisatie met het UWV is óf het UWV óf de uitzendorganisatie verantwoordelijk voor de verzuimbegeleiding en de en betaling van de Ziektewetuitkering.  
  • De verantwoordelijkheid voor het aanbieden van een periodiek arbeidsgezondheidskundig onderzoek (PAGO) ligt bij de inlener. De inhoud hiervan volgt uit de RIE en is gekoppeld aan de werkzaamheden van de persoon. Een Preventief Medisch Onderzoek (PMO) kan naast het PAGO meer onderdelen omvatten gericht op algemene gezondheidsrisico’s, denk aan bepaling van cholesterol, gewicht, bloeddruk en glucose. Uitzendkrachten kunnen via hun uitzendorganisatie deelnemen aan een PMO (lees meer). In de praktijk worden de termen PAGO en PMO nog wel eens door elkaar gebruikt. Overleg bij vragen met de bedrijfsarts en check ook de cao voor eventuele afspraken hierover. Maak afspraken met het uitzendbureau over wie wat doet. Indien het uitzendbureau verantwoordelijkheid neemt voor het PAGO en/of PMO: ga dan altijd na of aan deze afspraken voldaan is. 

Let op: voor bepaalde arbeid moet een medewerker een arbeidsgezondheidskundig onderzoek hebben ondergaan vóórdat het werk mag worden uitgevoerd (bijvoorbeeld bij werken met vervuilde grond). Voor arbeid waarbij mogelijk blootstelling aan gevaarlijke stoffen plaatsvindt (bijvoorbeeld toepassen van gewasbeschermingsmiddelen), moet de werkgever een PAGO aanbieden vóórdat de mogelijke blootstelling plaatsvindt, en deze tussentijds opnieuw periodiek aanbieden.  

 

Meer informatie 

Veilig en gezond werken: 

Aandachtpunten bij inschakelen uitzendorganisatie: 

Voor uitzendkrachten: 

Heb je vragen of nog extra hulp nodig?

Een gezond bedrijf. Zo doe je dat!

Hebben jouw medewerkers een gezonde werkplek? Werken ze allemaal even veilig? En net zo belangrijk: zitten ze lekker in hun vel? Vragen waar wij het antwoord op weten.
Bij Stigas hebben we jarenlange ervaring met het zorgen voor gezonde medewerkers in agrarische en groene bedrijven. Gezonde medewerkers zorgen namelijk voor gezonde bedrijven. En gezonde bedrijven zorgen voor een gezonde sector.

Vrouw met mobiel