Zwangerschap en arbeid
Zwangerschap en arbeid

Tijdens en na de zwangerschap lopen vrouwen en het (ongeboren) kind extra risico’s. Deze risico’s kunnen in de melkvee en graasdierhouderij onder andere samenhangen met de  lichamelijke belasting, de blootstelling aan stof/endotoxinen, zoönosen, gevaarlijke stoffen, medicijnen, trillingen en lawaai.

Wat is de gewenste situatie?

Het werk heeft geen nadelige invloed op de zwangerschap voor zowel moeder als ongeboren kind.

Na de bevalling en herstelperiode wordt gelegenheid gegeven om borstvoeding te geven of af te kolven.

Maatregelen

Maak afspraken over de werkzaamheden die gedaan moeten worden.

Bespreek risico's met betrokkene(n), zoals mogelijke blootstelling aan specifieke medicijnen en gevaarlijke stoffen en vereiste bescherming daarvoor.

Zorg in verband met risico op besmetting van schadelijke zoönosen (van de ongeboren vrucht) dat zwangeren niet worden ingezet bij geboorten van graasdieren.

Inventariseer welke werkzaamheden fysiek belastend voor een zwangere zijn.

Zorg dat de zwangere werkzaamheden verricht die geen nadelige invloed hebben op de zwangerschap. 

Zorg na de bevalling en herstelperiode dat er een ruimte is om de borstvoeding te geven. Als die ruimte er niet is, moet de werkneemster tijd krijgen om op een andere plaats af te kolven of het kind te voeden.

Toelichting op de maatregelen

Organisatie en voorbereiding

  • Informeer alle vrouwen in de vruchtbare leeftijd over specifieke risico’s, die in de bedrijfsvoering kunnen voorkomen.
  • Zorg dat zwangeren niet in aanraking komen met geboortemateriaal van graasdieren. Zet zwangeren niet in bij geboorten van schapen en geiten. 
  • Zorg dat men voor de duur van de zwangerschap geen zwaar werk doet.
  • Als er toch getild moet worden: Gedurende de gehele zwangerschap en de eerste drie maanden erna niet meer tillen dan 10 kg (in één handeling). Vanaf de 20e week niet meer dan 5 kg tillen. (maximaal 10 maal per dag). Vanaf de 30e week niet meer dan 5 kg tillen (maximaal 5 maal per dag).
  • Voorkom dat men in contact komt met stoffen die voor een zwangere gevaarlijk kunnen zijn.
  • Zwangere werkneemsters mogen niet worden blootgesteld aan equivalente geluidsniveau's boven 80 dB(A). Lawaai kan leiden tot onomkeerbare gehoorschade bij het ongeboren kind.
  • Voorkom de blootstelling aan lichaamstrillingen. De blootstelling aan lichaamstrillingen leidt vermoedelijk tot een hoger risico op vroeggeboorte. Denk aan reiniging met hogedruk reiniger. Daarnaast is het risico op rugklachten door blootstelling aan lichaamstrillingen door zwangerschap verhoogd.
  • Stel betrokkene, indien gewenst, in de gelegenheid om naar het preventiespreekuur van Stigas te komen.
  • De bedrijfsarts maakt met betrokkene een risicoanalyse waarop een advies wordt gegeven.
  • Zorg dat er tijdig een ruimte beschikbaar is om te kolven of te voeden. Zie bijlage "Kolven".

Persoonlijke beschermingsmiddelen

  • Gebruik persoonlijke beschermingsmiddelen zoals vastgesteld in risico inventarisatie en het advies van de bedrijfsarts en bij gebleken aanvaardbaar risico, in ieder geval voor de duur van de zwangerschap.

Wat u verder nog moet weten

In de risico-inventarisatie en -evaluatie wordt, indien er zwangeren in het bedrijf werken of voor kunnen komen, aandacht besteed aan de risico’s voor deze groep. De risico-inventarisatie en -evaluatie moet ter inzage liggen bij het bedrijf.

Meer informatie

 

Downloads

Kolven Download
Bijlage: Giftige stoffen Download

Heb je vragen of nog extra hulp nodig?

Een gezond bedrijf. Zo doe je dat!

Hebben jouw medewerkers een gezonde werkplek? Werken ze allemaal even veilig? En net zo belangrijk: zitten ze lekker in hun vel? Vragen waar wij het antwoord op weten.
Bij Stigas hebben we jarenlange ervaring met het zorgen voor gezonde medewerkers in agrarische en groene bedrijven. Gezonde medewerkers zorgen namelijk voor gezonde bedrijven. En gezonde bedrijven zorgen voor een gezonde sector.

Vrouw met mobiel