Hoe je korte metten maakt met belemmerende overtuigingen

Hoe je korte metten maakt met belemmerende overtuigingen

“Veel van onze stress wordt veroorzaakt door onze eigen angsten en overtuigingen. In vrijwel alle gevallen hebben we deze meegekregen tijdens onze jeugd en opvoeding”, vertelt Iris Voorbergen, coach bij Stigas. “Zo hebben we, vaak onbewust, een beeld van onszelf en anderen dat als kind heel logisch, waar en soms zelf nuttig was, maar dat ons in ons volwassen leven belemmert of zelfs tegenwerkt.” Wat zijn belemmerende overtuigingen en hoe kom je ervan af?

Voorbeelden van belemmerende overtuigingen

  • Je moet sterk zijn om te overleven. En je eigen zwakheid en emoties niet teveel toelaten en tonen. Denk aan de complimenten van onze ouders als we stoer en ‘groot’ waren. Of berispingen als we moesten huilen: ‘Grote jongens huilen niet’, ‘Huilen en bang zijn is voor watjes’, ‘Boosheid is lelijk gedrag’.
  • Je kunt de confrontatie met anderen beter niet aangaan, omdat dit tot een conflict kan leiden. Denk aan boodschappen als: ‘Laat het maar’, ‘Het sop is de kool niet waard’, ‘De lieve vrede bewaren’ en ‘De wijste zijn’.
  • Wees niet te bijzonder of afwijkend van de rest. Dit kan voortkomen uit boodschappen als: ‘Doe maar gewoon, dan doe je al gek genoeg’ of ‘Wie voor een dubbeltje geboren is, wordt nooit een kwartje’.
  • De wereld is een gevaarlijke plek, waarin je behoedzaam moet manoeuvreren omdat er anders onheil op je afkomt. Dit kan veroorzaakt worden door boodschappen als: ‘Pas op’, of ‘Klim niet hoog, dan kun je ook niet hard vallen’.
  • Je moet perfect zijn, omdat fouten leiden tot standjes of straf van je ouders, de meester of de juf: ‘Je doet het niet goed/bent niet goed als je een fout maakt’.
  • Je moet altijd voor 100% je best doen en, koste wat het kost, heel hard werken/anderen helpen: ‘Van hard werken is nooit iemand doodgegaan’ en ‘Ledigheid is des duivels oorkussen’.

Eén of meerdere van deze boodschappen zijn in ons gaan vastzitten en zijn levensovertuigingen geworden. Deze kunnen zo’n diep onderdeel van jezelf zijn geworden, dat je ze voor absoluut waar bent gaan aannemen. Het tegendeel zal je vaak raar in de oren klinken: ‘Kan en moet ik voor mijzelf opkomen en tegen iemand zeggen dat ik iets echt voor mij ontoelaatbaar vind?’ of: ‘Kan ik voor mijn hobby kiezen als ik ontspanning nodig heb, terwijl een ander werkt?”

Waarom je niets aan dat soort overtuigingen hebt

Nadeel van deze overtuigingen is dat ze je in je volwassen leven niet helpen en je gaan tegenwerken. Vooral doordat je op een negatieve manier naar jezelf, je eigen behoeften en soms ook naar anderen kijkt. Als jij een foutje maakt, zet je bijvoorbeeld het belang van anderen altijd voorop omdat je gelooft dat anderen wel perfect zijn. Of je vindt dat je anderen altijd eerst moet helpen voordat je keuzes maakt die goed zijn voor jou. Of je denkt dat anderen het niet goed met je voorhebben als zij het niet met jou eens zijn. Het kan ook voorkomen dat je je eigen pad niet durft te volgen of je je eigen emoties onderdrukt.

Dit alles leidt zeker niet tot een stressvrij en gelukkig leven. Sterker nog, het leidt meestal tot een niet-realistische angst en maakt ons daarmee kleiner dan nodig is. En angst is de meest heftige vorm van stress, die ons blokkeert om doelen en oplossingen te bereiken en onze emoties te uiten. Het kan ook leiden tot conflicten en onszelf vastzetten in een negatief en steeds herhalend patroon.

Oefenen in realistisch denken

In plaats daarvan zou je de overtuigingen bij jezelf eens kunnen onderzoeken, zodat je ze daarna kunt ombuigen tot een meer realistisch en helpend denkpatroon. Hiermee kun je jezelf bevrijden van je opgelegde belemmeringen.

Je kan dit als volgt doen:

  • Neem een situatie in de afgelopen nabije periode die je stress, wellicht ook twijfel en onzekerheid opleverde. Sta hier even goed bij stil.
  • Bedenk dan wat je eigen rol is in deze situatie. Wat zeg je tegen jezelf in deze rol? Hoe praat je jezelf de put in?
  • Welke overtuiging over jezelf ligt hieraan mogelijk ten grondslag? Meestal beginnen deze overtuigingen met ‘ik’ of met ‘zij’, ‘anderen’ of ‘mensen’.
  • Wat levert deze overtuiging je op? Gevoel: Positief en negatief
  • Wat zou je je zijn zonder deze overtuiging over jezelf?
  • Welke positieve gedachte helpen je om de negatieve overtuiging om te keren?
  • Welk gevoel levert deze gedachte je op? Positief en negatief
  • Welke gedachte wil je bij je houden? Waar kies je nu echt voor?
  • Herhaal deze gedachte zo vaak als je kunt! Zodat je je tape of bandje met belemmerende overtuigingen overspoelt of opnieuw opneemt.

Voorbeelden van positieve overtuigingen en gedachten zijn:

  • Als ik mijn emoties toon, ben ik duidelijk en sta ik dicht bij mijzelf.
  • Ik red me wel.
  • Ik ben een goed mens en de ander is het ook.
  • Ik ben belangrijk voor anderen.
  • Mijn mening is het waard om gehoord te worden.
  • Ik ben goed genoeg zoals ik ben, ook als ik een fout maak.
  • Ik ben niet meer of minder dan wie dan ook.
  • Leven is veranderen.
  • Ik (een mens) kan van alles leren: iedere ervaring is een levensles.
  • Mensen zijn van nature sociaal ingesteld en bereid te helpen.
  • Ik ben het waard keuzes te maken die goed zijn voor mijn welzijn.

 

Banner infographic week van de werkstress