Veilig en gezond werken met internationale (flex)krachten – wat is waar en niet waar?
Iedereen moet veilig en gezond kunnen werken. Als je werkt met internationale (flex)krachten komen daar extra uitdagingen bij. Welke aannames kloppen en welke niet?
Als je puur naar het werk kijkt, spelen cultuurverschillen geen rol. Als iedereen maar weet wat hij moet doen.
Niet waar. Werkculturen kunnen sterk verschillen. In Nederland hechten we aan het betrekken van medewerkers. Leidinggevenden nemen de ervaring van teamleden mee in de besluitvorming en medewerkers worden gevraagd om mee te denken. Te sterke controle ervaart men als negatief. In meer hiërarchisch ingestelde culturen, zoals de Oost-Europese, Turkse of Marokkaanse, is de besluitvorming meer centraal belegd bij de leiding. Medewerkers verwachten duidelijke instructies en aansturing. Voor een Nederlandse leidinggevende kunnen er uitdagingen ontstaan bij het werken met hiërarchisch ingestelde medewerkers. Bijvoorbeeld: ik wil graag dat ze meedenken over wat er beter kan, maar krijg geen feedback. Bedenk dan wat hierachter kan zitten. Zit het in cultuur, zitten er bepaalde motieven achter? Ga na waar jullie als bedrijf voor staan en draag dit consequent uit. Geef aan dat het niet erg is om fouten te maken en het aan te geven als je iets niet snapt. En wees duidelijk: “Zo doen wij het hier.”
Het inlenende bedrijf en het uitzendbureau zijn er samen verantwoordelijk voor dat internationale uitzendkrachten worden geïnformeerd over de veiligheidsrisico’s.
Waar. De inlener is primair verantwoordelijk voor de veiligheid en gezondheid van flex- en uitzendkrachten. Het uitzendbureau moet de uitzendkracht echter wel vooraf informeren over de veiligheids- en gezondheidsrisico’s en hoe hiermee om te gaan.
Hiervoor zijn er handige arbochecklists in het Nederlands, Engels, Duits, Bulgaars, Oekraiens, Pools, Roemeens en Russisch.
Medewerkers mogen op de werkvloer gewoon hun eigen taal spreken. Daar moet je je niet mee bemoeien.
Niet waar. Het toestaan van iedere taal als voertaal wordt afgeraden, omdat dit kan leiden tot miscommunicatie, omdat niet iedereen elkaar verstaat of begrijpt, met mogelijk grote gevolgen voor de veiligheid. Maak daarom afspraken over de voertaal op de werkvloer, dit kunnen ook meerdere talen zijn. Het is belangrijk om af te spreken voor welke vormen van communicatie het geldt (schriftelijk, formele gesprekken of ook voor onderonsjes) en voor welke functies of werkplekken. Maak daarnaast ook afspraken over wie in welke situatie kan tolken. Investeer zo nodig in taal en communicatietrainingen van medewerkers en leidinggevenden.
De interne vertrouwenspersoon is er ook voor flexkrachten.
Waar. Uitzendkrachten moeten idealiter kunnen terugvallen op de vertrouwenspersoon van het uitzendbureau én op de vertrouwenspersoon van de inlener. De ervaring leert dat medewerkers het makkelijkst iemand benaderen die aanwezig is op de werkvloer en waarmee ze geen hiërarchische verhouding hebben. Kies een vertrouwenspersoon die de taal spreekt van de medewerkers en hun cultuur kent. Denk daarbij ook aan het aanstellen van een man en een vrouw. Hierdoor verlaag je de drempel om naar deze medewerker toe te stappen.
Meer lezen over dit onderwerp? Download het e-book In 8 stappen veilig en gezond werken met internationale (flex)medewerkers
Arbochecklists in het Nederlands, Engels, Duits, Bulgaars, Oekraïens, Pools, Roemeens en Russisch. Let op: gebruik de checklist 'algemeen' én de checklist 'Land- en Tuinbouw'.