Verbeter de veiligheid op jouw werkplek
De RIE (Risico-Inventarisatie & Evaluatie) is een krachtig instrument om de veiligheid op jouw werkplek naar een hoger niveau te tillen. In de agrarische en groene sector kunnen de risico's soms groot zijn, zoals het werken met zware machines, chemische stoffen of op hoogte. Met een RIE brengen we deze risico's in kaart en helpen we je om de juiste maatregelen te treffen.
Samen zorgen we ervoor dat je medewerkers zich veilig voelen en dat ze de juiste kennis en middelen hebben om hun werkzaamheden op een veilige manier uit te voeren. Met een RIE van Stigas krijg je een uitgebreide analyse van jouw werkplek, praktische tips en begeleiding bij het uitvoeren van verbeteringen.
Waarom heb je een RIE nodig?
Wettelijk verplichting
RIE is verplicht en helpt je bedrijf te voldoen aan de Arbowet, waardoor je boetes en sancties voorkomt.
Preventie van ongevallen
RIE helpt bij het identificeren en aanpakken van risico's, wat leidt tot een veiligere werkomgeving.
Verhogen van productiviteit
Een veilige werkplek draagt bij aan werktevredenheid, productiviteit en het succes van jouw bedrijf.
Veelgestelde vragen over de RIE
Algemeen
Wat is een risico-inventarisatie (RIE)?
Een risico-inventarisatie en –evaluatie (RIE) is een hulpmiddel om veilig en gezond werken op je bedrijf te verbeteren. De RIE is dus geen doel op zich. Als je gezond en veilig wilt werken is het logisch dat je eerst nagaat wat de belangrijkste risico’s zijn in het werk. Op basis daarvan kun je een plan opstellen om eventuele knelpunten op te lossen of aandachtspunten verder uit te zoeken. Een RIE helpt je om dat op een gestructureerde manier te doen.
Waarom is een RIE belangrijk?
- Je hebt in kaart welke risico’s je loopt
- Minder kans op ongevallen en verzuim
- Door het uitvoeren van de RIE draag je bij aan goed werkgeverschap
- Je voldoet aan de wettelijke verplichting en voorkomt boetes
Voor wie is de RIE verplicht?
Voor agrarische en groene bedrijven met personeel
Ieder bedrijf met personeel in dienst moet sowieso een RIE hebben. Maar ook als je uitzendkrachten, stagiairs, vrijwilligers en inhuurkrachten voor je hebt werken, tellen zij mee als personeel. Heb je meer dan 25 medewerkers? Dan moet je de RIE door een deskundige laten toetsen.
Voor de agrarische en groene zelfstandige zonder personeel
Je hebt geen personeel, maar zodra er sprake is van werken onder gezag* ben je als bedrijf ook verplicht om een RIE te hebben. ‘Werken onder gezag’ gaat heel ver. Bijvoorbeeld als een vader zijn zoon een klus laat doen op het bedrijf is er al sprake van werken onder gezag. Dan ben je volgens de Arbowet een werkgever en is de Arbowet voor jou van toepassing en moet je in het bezit zijn van een actuele RIE en plan van aanpak.
Daarnaast heb je waarschijnlijk wel regelmatig bezoekers op je bedrijf. Denk aan leveranciers, de dierenarts of gasten. Neem dan het zekere voor het onzekere en breng dan ook je risico’s in kaart. Als er iets gebeurt, ben je namelijk wel aansprakelijk en kun je met de RIE verantwoorden dat je aandacht hebt voor veiligheid.
Speciaal voor de zelfstandige ondernemer is er het zelfstandigenpakket, waar de digitale RIE voor gezinsbedrijven deel van uitmaakt.
* Denk bij werken onder gezag, naast meewerkende gezinsleden, ook aan: stagiaires, ingehuurde seizoenskrachten, bedrijfszorg, (zaterdag) hulp etc.
Wanneer hoef ik geen RIE te hebben?
Als er nooit sprake is van werken onder gezag hoef je als bedrijf volgens de wetgeving geen RIE te hebben. Bijvoorbeeld als je altijd alleen werkt of alleen met maten in een maatschap. Maar je hebt wel te maken met de zorgplicht voor de veiligheid van derden die op je bedrijf komen en die van jouzelf als meewerkende ondernemer. Een RIE is dan wel aan te raden.
Wat als ik geen RIE heb?
Als je geen actuele RIE hebt, kun je een boete krijgen van de Nederlandse Arbeidsinspectie. Maar: je stelt uiteindelijk geen RIE op voor de Arbeidsinspectie. Je doet het om je risico’s in kaart te brengen. En daarna te werken aan het verbeteren van de arbeidsomstandigheden. Heb je geen RIE? Dan betekent dat vaak dat je de arbeidsomstandigheden in je bedrijf niet serieus genoeg neemt.
Wat als ik te laat ben met het vernieuwen van de RIE?
De wet schrijft niet voor hoe oud een RIE mag zijn. In de wet staat dat een bedrijf een actuele RIE moet hebben. Bij wijzigingen, zoals een verbouwing, nieuwbouw of nieuwe machines moet je de RIE bijwerken. Je bepaalt dus zelf of je RIE nog actueel is. Als je RIE niet actueel is kun je een boete van de Inspectie SZW krijgen. Vuistregel is dat een RIE minstens eenmaal per 4 jaar geactualiseerd wordt. Soms geldt zelfs eenmaal per 3 jaar. Bijvoorbeeld voor zorgboerderijen en VCA-gecertificeerde bedrijven.
Wat kost de RIE?
Voor bedrijven met personeel die Colland premie afdragen is de online RIE gratis. Voor een bedrijfsbezoek waarbij onze adviseur je komt ondersteunen en jouw RIE toetst, geldt een tarief dat afhankelijk is van het aantal medewerkers. De tarieven vind je hier.
Voor zelfstandigen zonder personeel is er het zelfstandigenpakket. Leden van LTO Nederland, Cumela en de Koninklijke Vereniging van Hoveniers en Groenvoorzieners krijgen korting.
Je kunt kiezen uit het pakket basis of uit het pakket uitgebreid. Bij het pakket uitgebreid krijg je eens in de vier jaar, zonder extra kosten, ondersteuning met een bedrijfsbezoek (inclusief de wettelijke verplichte toetsing als dat nodig is).
Kosten pakket Basis 2025
€ 60,- per jaar (exclusief btw)
€ 50,- per jaar (exclusief btw) voor leden van Cumela, Koninklijke Vereniging van Hoveniers en Groenvoorzieners en LTO Nederland
Kosten pakket Uitgebreid 2025
€ 176,- per jaar ( exclusief btw)
€ 140,- per jaar (exclusief btw) voor leden van Cumela, Koninklijke Vereniging van Hoveniers en Groenvoorzieners (VHG) en LTO Nederland
Wanneer moet ik mijn RIE door een deskundige laten toetsen?
Bedrijven met minder dan 25 medewerkers (of met mensen die onder gezag werken zoals meewerkende gezinsleden, stagiaires, etc) en gebruik maken van een erkende branche-RIE zijn niet verplicht hun RIE te laten toetsen door een deskundige. De RIE moet wel volledig ingevuld zijn en het plan van aanpak moet zijn opgesteld.
Het is natuurlijk wel mogelijk om een deskundig adviseur in te schakelen bij de uitvoering en toetsing van de RIE, maar het is in dit geval dus niet verplicht.
Bij meer dan 25 medewerkers (inclusief uitzendkrachten en/of zzp’ers) ben je wel verplicht de RIE door een deskundige te laten toetsen.
Wat is een erkende branche-RIE?
Een erkende branche-RIE is een RIE die erkend is door sociale partners in de sector en door minimaal één kerndeskundige. Dat wil zeggen dat zij vinden dat je met behulp van zo’n RIE de belangrijkste risico’s op je bedrijf in kaart kunt brengen.
Op dit moment zijn de digitale RIE’s van Stigas voor alle sectoren erkend.
Bedrijven zonder personeel
Is er een RIE speciaal voor bedrijven zonder personeel?
Stigas heeft speciaal voor zelfstandigen een online RIE beschikbaar. In de diverse modules van het online RIE systeem komen onder meer lichamelijke belasting, gevaarlijke stoffen, (machine)veiligheid, bijzondere groepen (jeugdigen, ouderen, zwangeren), welzijn, bedrijfshulpverlening etc. aan de orde. Vervolgens plan je de uitvoering van verbeteringen in het plan van aanpak.
Waarom is het voor IEDER bedrijf (met of zonder personeel) belangrijk om een RIE te hebben?
Je bent verantwoordelijk voor de veiligheid en gezondheid op jouw bedrijf. Niet alleen voor de gezondheid van je werknemers, maar ook voor jezelf en voor derden zoals familieleden en bezoekers. Denk bij bezoekers aan leveranciers, de dierenarts of gasten. Met de RIE breng je de risico’s gestructureerd in kaart en helpt je deze te beperken of op te lossen.
Mijn medewerker werkt nooit meer dan 40 uur per week. Moet ik dan een RIE hebben?
Ja. De vorm waarin je dat doet is vrij. Op RIE.nl staat bijvoorbeeld een checklist die je dan kunt gebruiken. Uiteraard moet de RIE wel volledig en betrouwbaar zijn. Niet voor niets begint deze checklist met de opmerking dat je het beste gebruik kunt maken van een branche-RIE.
Wij adviseren dan ook om gebruik te maken van de branche-RIE’s die Stigas samen met werkgevers en werknemers in de sector heeft opgesteld. Deze wordt steeds aangepast aan de nieuwe omstandigheden in de sector (zoals nieuwe technieken/gevaren).
Ik werk alleen met vrijwilligers. Moet ik dan ook een RIE hebben?
Formeel hoef je voor vrijwilligers alleen de risico’s te inventariseren van gevaarlijke stoffen en biologische agentia. Aan de andere kant ben je wel verantwoordelijk voor de veiligheid en de gezondheid van de vrijwilligers die bij jou werkzaam zijn. Een RIE helpt je om op een gestructureerde manier in kaart te brengen welke risico’s dat zijn en wat je er aan kunt doen. Dus ons advies is om wel een RIE te maken.
Praktijkvoorbeeld – Ons bedrijf bestaat uit een maatschap. Moeten wij ook een RIE hebben?
Vraag:
Ons bedrijf bestaat uit een maatschap met 2 maten die niet onder gezag staan. Wij hebben geen personeel in dienst of stagiaires /vrijwilligers etc. De loonwerker komt wel met eigen machines bijvoorbeeld zaaien en hakselen. Ook wordt het bedrijf bijvoorbeeld door een medewerker van de KI of een dierenarts bezocht.
Kunt u aan mij berichten of ons bedrijf verplicht is over een risico-inventarisatie & risico-evaluatie (RIE) te beschikken of is dit wenselijk/wordt geadviseerd/niet nodig.
Antwoord:
De Arbowetgeving en dus ook de RIE-verplichting is primair gericht op het beschermen van werknemers. Hierbij gaat het niet alleen om werknemers in loondienst, maar ook om anderen die onder gezag werkzaam zijn op het bedrijf, bijvoorbeeld meewerkende gezinsleden, uitzendkrachten, bedrijfsverzorgers en stagiaires.
Voor het werk zelf wat de loonwerker, de KI en de dierenarts op jouw bedrijf komen doen, hoef je geen RIE te maken. Dat moet hun eigen werkgever doen. Maar jij bent wel verantwoordelijk voor de veiligheid van deze bezoekers/werkenden waar jij als bedrijfseigenaar invloed op kunt uitoefenen. Bijvoorbeeld een stier vastzetten die normaal tussen de koeien loopt. Of geen mest gaan mixen tijdens hun bezoek en let ook dat de elektra in goede staat is als zij daar gebruik van maken. In deze situatie adviseren wij een RIE.
Wanneer moet ik een contract met een arbodienst hebben? En hoe regel ik dit?
In het basiscontract arbodienstverlening is de ondersteuning geregeld bij onder andere de verzuimbegeleiding, de toegang tot de bedrijfsarts en de uitvoering van toetsing van de (RIE).
Een basiscontract arbodienstverlening is verplicht als:
- Je personeel hebt. Hierbij gaat het niet alleen om medewerkers, die in dienst zijn van het bedrijf, maar ook als je gebruikt maakt van seizoenskrachten, 0-urencontracten of gezinsleden, die onder gezag meewerken;
- Je in de toekomst personeel in dienst wilt nemen.
Als je wel personeel in dienst hebt en een verzuimverzekering hebt bij een verzekeraar, dan ben je vaak al in het bezit van een contract met een arbodienstverlener. Dit kun je bij twijfel navragen bij je verzuimverzekeraar. Als je nog geen arbodienst geregeld hebt, ook niet via een verzekeraar, dan kun je dit ook met Stigas doen. Neem in dat geval contact op met onze Servicedesk.
Zo regel je een contract arbodienst
--> Maak je uitsluitend gebruik van seizoensmedewerkers, dan kun je volstaan met het arbopakket voor ondernemers met seizoenswerkers.
--> Als je geen personeel in dienst hebt, maar wel arbeid onder gezag inzet, bijvoorbeeld in geval van meewerkende gezinsleden, stagiaires, seizoenskrachten of (zaterdag) hulp, dan volstaat het zelfstandigen pakket.
Praktijkvoorbeeld – Ik heb geen personeel in dienst. Op zaterdag helpt onze zoon mee. Moest ik dan ook een contract met een arbodienst hebben?
De Arbowet, en dus ook de verplichting om een RIE uit te voeren, is ook van toepassing als jouw gezinsleden af en toe een handje helpen. Er wordt dan namelijk onder gezag gewerkt. Andere voorbeelden van ‘werken onder gezag’ zijn seizoenskrachten (niet in dienst), stagiaires en bedrijfsverzorgers. In deze situatie volstaat het Zelfstandigenpakket.
Aan de slag met je RIE
Hoeveel tijd ben je gemiddeld kwijt aan het invullen en afronden van de RIE?
Het invullen van een RIE kost ongeveer 3-6 uur. Je hebt je eigen gezonde verstand nodig en een stevige portie eerlijkheid voor het invullen van de vragen. Je kunt de RIE ook in kleine stappen maken. Dit, door steeds (samen met een collega) een thema beet te pakken. Gemiddeld kan je zo’n 4 jaar met de RIE doen. Dus eerst kost het veel tijd, maar later heb je steeds meer de controle. Later ben je vooral bezig met het actueel houden.
Wie is binnen een bedrijf verantwoordelijk voor het maken van de RIE?
In de praktijk zien wij dat in kleine bedrijven de RIE meestal wordt gemaakt door de eigenaar, ook vaak samen met de (meewerkende) partner. Bij grote bedrijven is de RIE meestal de taak van de preventiemedewerker. Het is trouwens ook wettelijk verplicht de preventiemedewerker te betrekken. Bij voorkeur betrek je ook andere medewerkers, zoals een BHV-er, HR medewerker of iemand van de Technische Dienst. Samen zie en weet je meer en zo vergroot je het draagvlak.
Tip: Betrek de werknemers bij het invullen van de RIE. Wat is hun mening over risico’s en hoe zouden ze dat graag opgelost zien? Er is hiervoor een speciale medewerkersvragenlijst in de RIE beschikbaar.
Heb je speciale kennis nodig om de RIE goed te kunnen invullen?
Je kent je eigen bedrijf het beste en hebt alleen je gezonde verstand nodig en een stevige portie eerlijkheid voor het invullen van de vragen.
Wie bedenkt de vragen in de RIE?
De digitale RIE van Stigas is gemaakt voor en door ondernemers en medewerkers uit de agrarische en groene sector. Dus niet bedacht vanachter een bureau, maar door mensen die weten wat er speelt in de praktijk.
Hebben jullie tips voor het afmaken van de hele vragenlijst?
Een RIE invullen kost tijd, maar we kunnen het niet vaak genoeg zeggen; het levert veel op. Het is een kwestie van gewoon beginnen. Een paar tips hoe je de vragenlijst helemaal afmaakt.
Van 6 uur lang achter elkaar vragen beantwoorden word je niet blij. Plan daarom verschillende momenten in waarop je aan het werk kunt gaan. Doe dat op een manier die bij jou past.
Manier 1: Plan blokken tijd in op vaste dagen in de week:
- 24 x 15 min
- 12 x 30 min
- 6 x 60 min
Manier 2: Beantwoord de vragen tussendoor op een rustig moment.
Zorg er wel dat je er op dat rustige moment aan RIE herinnerd wordt, door een briefje of wat anders in het zicht te leggen, zolang je nog niet klaar bent. Of zet een herinnering in je digitale agenda.
Manier 3: Werk een aantal onderwerpen per week af.
Je kunt er ook voor kiezen om elke week 2 (of meer) onderwerpen af te maken.
Bijvoorbeeld:
- Week 1: Cabine (16 vragen) en machineveiligheid (11 vragen)
- Week 2: Graafwerkzaamheden (4 vragen) en Werken op hoogte (15 vragen)
- Week 3: Verzuim (25 vragen) en Bedrijfshulpverlening (11 vragen)
- Week 4: Mestgassen (8 vragen) en gebouwen (22 vragen)
- Week 5: Grofgroen (23 vragen) en takkenversnipperaar (4 vragen)
Meer tips:
- Maak de inlogpagina favoriet, zet het tabblad vast of zet hem op je bureaublad. Dan kun je de volgende keer snel weer verder.
- Vragen waarop je het antwoord niet weet kun je overslaan en op een later moment beantwoorden.
- Zorg voor focus. Misschien kan iemand anders de telefoon aannemen of vragen beantwoorden.
- Lukt het toch niet, plan weer een nieuw moment in. Lukt het steeds weer niet? Vraag dan ondersteuning. Neem contact met ons op om te overleggen hoe we je kunnen helpen.
Als je klaar bent met het invullen van alle vragen, ga je verder met het aanpakken van de risico’s. Dus het maken van een plan van aanpak.
De inventarisatie is afgerond, en nu?
Let erop dat je RIE dan nog niet compleet is: het plan van aanpak is ook belangrijk en verplicht. Daarmee laat je zien dat je niet alleen weet wat je risico’s zijn, maar ook wat je gaat doen om deze op te pakken. Stigas maakt dit voor je gemakkelijker met voorgestelde acties, maar uiteraard kun je je eigen acties benoemen. Geef ook aan wie de acties gaat uitvoeren en binnen welke termijn. Wees daarin realistisch: niet alles kan en hoeft meteen te worden uitgevoerd. Voor sommige acties kan het handig zijn deze op te delen in meerdere kleinere acties, bijvoorbeeld als je iets gaat overleggen of navragen. Je kan daarna een nieuwe vervolgactie benoemen.
Hoe onderhoud ik mijn RIE als deze compleet is?
Hierbij kan het handig zijn vaste momenten in een jaar te prikken, zoals in een rustiger periode, waarbij je nagaat welke acties gereed zijn en welke misschien nog extra aandacht behoeven. Cluster je uitvoeringstermijn rond deze momenten. Dat werkt efficiënt en voorkomt dat je dingen vergeet. Vergeet ook niet hierbij de al eerder betrokken medewerkers te informeren: het zorgt ervoor dat zij gemotiveerd blijven over het onderwerp als ze zien dat er iets gebeurt met dat wat zij hebben aangedragen.
Plan van aanpak
Hoe maak je een plan van aanpak?
- In het plan van aanpak geef je aan welke acties je neemt om de geïnventariseerde risico’s aan te pakken, binnen welke termijn deze worden uitgevoerd en wie binnen jouw organisatie hiervoor verantwoordelijk is. Het is ook mogelijk eigen actiepunten toe te voegen. Bij het nemen van acties is het verplicht de arbeidshygiënische strategie, zover dit redelijkerwijs mogelijk is, te volgen. Dit betekent dat je een arbeidsrisico eerst bij de bron aanpakt, dan nadenkt over het verlagen van de overdracht van het risico en daarna pas medewerkers gaat beschermen met persoonlijke beschermingsmiddelen. Standaard is aan elk geïnventariseerd risico een risicoklasse gekoppeld. In overleg met je medewerkers of toetser van de RIE kun je als dit wenselijk is, gemotiveerd van deze risicoklasse afwijken. De hoogste risico’s moeten als eerste worden opgelost. Ook kunnen relevante documenten in het plan van aanpak worden toegevoegd. Bijvoorbeeld keuringsrapporten en instructievoorschriften. Vervolgens kun je actief aan de slag met de verbetering van de arbeidsomstandigheden in jouw bedrijf.
- Ben je nog niet toegekomen aan het oplossen van een actiepunt, dan krijg je voor de einddatum een herinnering via email. Wanneer een openstaande actie is uitgevoerd kan deze worden afgemeld als gereed. Wil je een actie evalueren? Neem dan ook die als actiepunt op.
Wanneer ben ik klaar met mijn plan van aanpak?
Er zullen altijd wel punten ter verbetering overblijven. En sommige aandachtspunten zullen regelmatig op de agenda moeten terugkomen. Denk aan het blijven zoeken naar manieren om het werk lichter te maken. Of het regelmatig voorlichten van (nieuwe) medewerkers over een gezonde manier van werken. Deze kun je jaarlijks naar voren laten komen in je plan van aanpak door de datum te verschuiven. Geef je dan bij de toelichting aan wat er al wel is gebeurd? Andere, meer praktische zaken, zoals het afschermen van een zolderverdieping kun je gereed melden door het vakje “gereed” aan te vinken.
Wat als er risico’s naar voren zijn gekomen die ik eigenlijk al (anders) heb opgepakt (beheerst/aangepakt)?
Je kan kiezen uit twee oplossingen:
- Je zorgt ervoor dat de antwoordoptie positief is en in de toelichting op de vraag vermelden voor welke beheersmaatregel je hebt gekozen.
- Je kiest voor de antwoordmogelijkheid die leidt tot een knelpunt en daarmee tot de noodzaak voor een actie. In het plan van aanpak beschrijf je dan bij het lege actieveld wat je hebt gedaan en je vinkt het vakje “gereed” aan.
Bij het inplannen van de acties worden er voorstellen gedaan voor acties, maar die passen niet binnen mijn bedrijf, wat nu?
Ook hierbij kun je bij het lege actieveld de actie benoemen die voor jullie wèl passend is. Blijf wel voor ogen houden dat het belangrijk is om knelpunten zoveel mogelijk bij de bron aan te pakken. Naast dat dit het risico zoveel mogelijk wegneemt, ziet de Arbeidsinspectie hierop ook toe.
Hoe bepaal ik een goede termijn voor een actie?
In eerste instantie aan de hand van de geldende risicoklasse. Als het knelpunt / risico als “hoog” staat vermeld, is zowel de ernst van het risico als de kans dat het zich voordoet hoog. Wij schatten dit op basis van onze branchekennis voor je in, maar je mag dit zelf wijzigen als je dit voor jouw situatie anders ziet. Hierbij kun je een toelichting geven. Verder speelt de haalbaarheid mee bij het bepalen van de termijn. Met iets simpels, zoals bijvoorbeeld het ophangen van een brandblusser, hoef je niet onnodig lang te wachten.
Kan ik ook andere collega’s verantwoordelijk maken voor acties in het plan van aanpak?
Jazeker, je kan nieuwe verantwoordelijken aanmaken en daarna bij het overzicht van de acties op verantwoordelijken selecteren.
Wat wordt bedoeld met de arbeidshygiënische aanpak bij het kiezen van een actie?
Een eenvoudiger woord is “bronaanpak”. Daarbij pak je de knelpunten zoveel mogelijk bij de oorzaak op. Denk aan het automatiseren van tilwerkzaamheden, in plaats van deze in eerste instantie door verschillende mensen te laten afwisselen. Of bied mensen een tilcursus aan. Pas als een bronaanpak niet mogelijk of echt onhaalbaar is, kun je kiezen voor andere oplossingen.
Hoe moet ik omgaan met acties die eigenlijk jaarlijks moeten terugkomen? Bijvoorbeeld het geven van voorlichting of keuren van een machine?
Je kan dit zo opnemen in je plan. “Jaarlijkse controle van alle machines in de eerste week van januari”. Geef dan bij de toelichting aan op welke datum dit gebeurd is en schuif de datum door naar de maand januari van het volgende jaar.
Geen vragen en antwoorden gevonden.
“Veilig werken zorgt voor een professionele uitstraling van mijn bedrijf.”
Veilig werken straalt professionaliteit uit en geeft ons een serieuze status in de branche. Je geeft hiermee je visitekaartje af en bent een partner waarmee bedrijven en mensen graag mee willen samenwerken.
Lees meerAlle tips om veiliger te werken
Ga aan de slag met de RIE
Met een RIE van Stigas krijg je een uitgebreide analyse van jouw werkplek, praktische tips en begeleiding bij het uitvoeren van verbeteringen.