Dubbelinterview directeuren - "Math Creemers neemt afscheid, Karin Sleeking kijkt vooruit: een nieuw hoofdstuk voor Stigas"

Dubbelinterview Math en Karin

Voor de een zit het werk als directeur Stigas er bijna op. De ander is onlangs fris begonnen. Ze mogen elkaar aanvullen – het is tenslotte een dubbelinterview – maar laten elkaar steeds helemaal uitspreken. Een gesprek met Math Creemers en Karin Sleeking. Over mondige ondernemers, het mooie van ‘voeten in de klei’ en het ijzersterke van de drie v’s: veiligheid, vitaliteit en verzuim. Sleeking: “Ik vind het belangrijk dat onze antenne voor nieuwe trends en ontwikkelingen in de agrarische en groene sector scherp is afgesteld.” 

Math, je werk voor Stigas zit er nu echt bijna op. Hoe voelt dat?

“Na 41 jaar voor de agrarische en groene sector te hebben gewerkt, waarvan 38 jaar voor Stigas, is het een mooi moment om te stoppen en mijn tijd en energie in andere zaken te gaan steken. Mijn werkweek zat altijd helemaal vol; andere dingen moesten tot het weekeind wachten en dat was dan meestal weer te kort! Al vind ik het loslaten soms best lastig; ik ben zo lang betrokken geweest en begaan met het wel en wee van de agrarische en groene sector.”

Wat beschouw je als je hoogtepunt bij Stigas?

“De verzelfstandiging van de Stigasorganisatie. De Stigas werkorganisatie was heel lang onderdeel van andere, grote organisaties als Interpolis en Achmea. Vanaf 2015 staan we op eigen benen en dat heeft een enorme boost gegeven: alles kon ineens veel sneller. Dat zie je bijvoorbeeld aan onze communicatie en aan hoe we inspelen op behoeften in de markt. Een mooi voorbeeld is de digitale RIE die we in 2017 samen met werkgevers en werknemers hebben ontwikkeld en die veel breder dan voorheen in de sector wordt gebruikt; we lopen als sector nu voorop als het gaat om RIE-gebruik.”

En waar ben je het meest trots op?

“Op de klanttevredenheid. En dat we op de kaart staan in Den Haag als het gaat om een sectorgerichte aanpak voor gezond en veilig werken. Ik geloof heilig in de integratie van preventie, duurzame inzetbaarheid - wij noemen dat vitaliteit - en verzuim. Dat werkt op bedrijfsniveau én op sectorniveau en dat is niet onopgemerkt gebleven bij het ministerie van SZW en de SER.”  

Welke accentverschillen als het gaat om gezond, veilig en vitaal werken zag je de afgelopen 40 jaar? 

“Ondernemers en werknemers zijn veel mondiger geworden en het is nu veel complexer om een agrarisch bedrijf te runnen. Directieve adviezen werken niet meer; onze adviseurs zijn nu meer partners van de ondernemer die helpen om problemen bloot te leggen. Verder is het aandachtsgebied verbreed: we begonnen met preventie en wezen op de gevaren van bijvoorbeeld de aftak-as en draaiende onderdelen van machines. Nu focussen we ook op duurzame inzetbaarheid: hoe zorg je ervoor dat werknemers gezond, productief en met plezier kunnen doorwerken tot hun pensioen?” 

Welke stakeholders en samenwerkingspartners waren belangrijk in jouw werk?

“Mijn hele werkzame leven heb ik met en voor sociale partners gewerkt. Zij hebben voor de sector de opbouw van Stigas mogelijk gemaakt, ruimte geboden en de risico’s gedragen. Daarnaast is de overheid en met name het ministerie van SZW altijd een belangrijke stakeholder geweest. Het mooie van deze samenwerking is dat je thema’s gezamenlijk kunt oppakken en daardoor veel meer bereik en effect hebt.” 

Wat en wie ga je missen? 

“Het bedrijf met al die ontzettend betrokken collega’s. We lachen veel, het is gezellig. En de dagelijkse uitdagingen: wat komt er op ons af, hoe spelen we daarop in, welke keuzes gaan we maken? Je hebt pieken en dalen en soms denk je: hier komen we echt niet uit. En als het dan toch is gelukt: samen een feestje vieren. Ik heb er nooit tegenop gezien om naar mijn werk te gaan.” 

Maandagochtend 9.00 uur is het moment van de Stigas Weekstart. Wat doe je vanaf oktober rond dat tijdstip, denk je?

“Ik lig dan niet meer in bed! Grote kans dat ik dan de krant lees met een kop koffie erbij. De eerste weken zal ik vast nog denken: waar zullen ze het in Woerden over hebben? Binnen een paar weken zal dat wel afgelopen zijn.” 

Karin, kende je Stigas voordat je de vacature voor directeur Stigas onder ogen kreeg?

“Nee, ik had nog niet van Stigas gehoord. Het werken voor de agrarische en groene sector spreekt mij wel al lange tijd aan. Bij de provincie Utrecht, Twynstra Gudde, de Vereniging Nederlandse Gemeenten en het A&O fonds Gemeenten heeft deze sector altijd door mijn dagelijkse werk heengelopen. De sociale partners zijn mij niet onbekend: de ondernemers en werknemers kwam ik tegen in projecten als Vitaal platteland, Ruimte voor de rivier, maar ook in projecten als gevolg van de klimaatverandering en het vergroten van duurzaamheid. De laatste jaren heb ik ook samen met sociale partners aan diverse arbocatalogi en de RIE gewerkt. Als je naar de vraagstukken in de huidige arbeidsmarkt kijkt, kun je niet anders dan concluderen dat duurzame inzetbaarheid hét thema van nu is.”


“Voor mijn vitaliteit is het belangrijk om te kiezen voor een vaste baan en samen met collega’s en een team te werken aan vraagstukken om duurzame inzetbaarheid te vergroten. De samenhang tussen de  veiligheid, verzuim en vitaliteit geven mij inspiratie en ik neem mijn ervaring en netwerk in het dagelijks werk mee. Ook voor mijzelf is het een thema: ik heb altijd fulltime gewerkt en dan moet je er wel over nadenken hoe je dat op een gezonde manier blijft doen, zodat je ook plezier in je werk houdt. Dát overbrengen aan ondernemers en medewerkers in de agrarische en groene sector is wat mij elke dag weer motiveert. Onze doelgroep en veel van onze medewerkers staan dagelijks met hun voeten in de klei; voor hen het beste uit Stigas halen is wat mij betreft het mooiste wat er is!” 

Wat deed je hiervoor? Wat neem je mee uit je vorige baan naar Stigas?

“Ik werkte bij het A&O fonds Gemeenten aan arbeidsmarktvraagstukken in brede zin: leren en ontwikkelen, duurzame inzetbaarheid, vitaliteit. Het eerste aanspreekpunt voor jou als medewerker in een bedrijf of organisatie is bepalend voor je werkgeluk, dat is een belangrijk leerpunt voor mij geweest. Wanneer je dagelijks het goede gesprek voert, kun je actief werken aan duurzame inzetbaarheid voor jezelf en je collega’s. Bij Stigas was Math tot voor kort dat eerste aanspreekpunt, waarbij in Stigas kenmerken te zien zijn van een familiecultuur. Met mijn komst zullen die cultuur en sommige gewoontes veranderen, dat hoort erbij. Ik zie wel een parallel met de familie-bedrijfsopvolging bij bedrijven in de agrarische en groene sector.” 

Stigas staat voor gezond en vitaal werken en duurzame inzetbaarheid van alle medewerkers in agrarisch en groen. Waar moet de organisatie zich volgens jou op richten om de sector op dit gebied nog een stap verder te brengen? 

“De drie v’s - veiligheid, vitaliteit en verzuim - zijn een ijzersterk uitgangspunt en uniek voor de agrarische en groene sector in Nederland. Wanneer een bedrijf contact heeft met een adviseur van Stigas is het belangrijk altijd het rondje langs de v’s te maken. Stel, een Stigasadviseur gaat bij een bedrijf langs voor een onderzoek na een bedrijfsongeval; idealiter spreekt hij of zij dan ook over vitaliteit en verzuim. We hebben een breed dienstenpallet dat we kunnen aanbieden. Ik hoorde bijvoorbeeld pas dat een bedrijf verzuim bij Stigas had ondergebracht, maar niet de vertrouwenspersoon. Een gemiste kans, want ook van deze kennis en deskundigheid van Stigas kan een bedrijf gebruik maken! Ik zou het uiteindelijk fantastisch vinden als we een vaste kern van zo’n 100 tot 300 bedrijven hebben die helemaal 3v-proof zijn. De inzichten die we bij die bedrijven opdoen, daar kunnen andere - kleinere - bedrijven weer van profiteren.”

“Daarnaast vind ik het belangrijk dat onze antenne voor nieuwe trends en ontwikkelingen scherp is afgesteld. Wat mij betreft gaan onze adviseurs nóg meer de dialoog opzoeken met ondernemers om erachter te komen welke vraagstukken er spelen. Stap 2 is wat mij betreft dan: duidelijk maken met welke vragen bedrijven bij ons terecht kunnen en bij welke we doorverwijzen naar andere organisaties in ons netwerk. Een voorbeeld? Laatst hoorde ik een ondernemer zijn zorgen uitspreken over het alcohol- en drugsgebruik van zijn medewerkers. Dan vraag ik mij meteen af: is dit een trend, en zo ja, welke invloed heeft dat op het werk, heeft het bedrijf een beleid en hoe kunnen wij ondernemers die met deze vragen zitten ondersteunen?” 

Nog even over vitaliteit: wat is jullie persoonlijke aanpak? 

Math: “Als het gaat om gezondheid, moet je wel een beetje geluk hebben. Maar wat mijn eigen aandeel betreft: ik ben altijd redelijk actief en sportief geweest, met als hoogtepunt dat ik afgelopen zomer met een vriend vanuit Gouda naar Rome ben gefietst, een gigantische uitdaging en onvergetelijk avontuur. En verder lekker genieten van vakanties, gezin en kleinkinderen, wat advies- en vrijwilligersklussen en ook bijvoorbeeld de oktoberfeesten.”

Karin: “Ik blijf vit en vitaal door te werken, door in mijn vrije tijd te klussen in huis en tuin, door te sporten en naar het theater of de film te gaan. Urban trails vind ik erg leuk, dat is hardlopen door en langs bijzondere gebouwen in een stad. Niet de tijd is het belangrijkst, het gaat om het op een sportieve en leuke manier ontdekken van een stad. Mijn motto: het leven is te kort om er niet van te genieten!”