Werk je op een geitenhouderij? Zo voorkom je gezondheidsklachten

Afgelopen dagen kwam er een RIVM-onderzoek naar buiten waarin -niet voor het eerst- een verband werd vastgesteld tussen longontstekingen en geitenhouderijen. Wie binnen 2 kilometer van een geitenboerderij woont heeft meer kans op de longaandoening en hoe dichterbij je woont, hoe groter de kans, concludeert het RIVM.
Uit dit onderzoek komt ook naar voren dat bij 85% van de onderzochte geitenhouders minimaal één bacterie werd aangetoond. Daarnaast werd bij geitenhouders een aanzienlijk groter aantal verschillende soorten bacteriën in de neus aangetoond als bij de omwonenden. Wij kunnen ons voorstellen dat werkgevers en medewerkers die werken op een geitenhouderij vragen hebben over hun gezondheid. Onze bedrijfsarts Yolande Kampen geeft advies:
"Een ziekte die overgaat van dier op mens wordt een ‘zoönose’ genoemd. De oorsprong kan liggen bij huisdieren, boerderijdieren en bij wild. Veel zoönosen worden overgedragen via direct contact met besmette dieren, dierproducten, mest of vruchtwater. Veel van de bacteriën in de stallucht komen uit een mengsel van stalmest en strooisel. Naast longonstekingen zijn er nog meer voorbeelden van zoönosen, denk aan Salmonella, Q-koorts, aviare influenza, Streptococcus Suis en MRSA (de beruchte ziekenhuisbacterie)."
Daarom is mijn advies:
- Controleer de dieren regelmatig op zoönosen, laat ze vaccineren indien mogelijk (gebeurt bijvoorbeeld voor Q-koorts) en werk met een vaste dierenarts zodat dierziektes snel herkend kunnen worden.
- Zorg voor een goede bedrijfshygiëne, o.a.:
o Handen wassen voor het eten en bij het verlaten van het bedrijf
o Verschoon hand- en vaatdoeken het liefst dagelijks
o Was werkkleding op het bedrijf, apart van privé kleding
o Bestrijd ongedierte om overdracht te voorkomen - Geef medewerkers voorlichting over voorkomende zoönoses en bijbehorende ziekteverschijnselen, en zorg bij ziekteverschijnselen die mogelijk door een zoönose zijn ontstaan dat contact met de bedrijfsarts wordt opgenomen.
- Zwangere medewerkers lopen een verhoogd risico bij besmetting door zoönoses, laat hen geen hokken uitmesten of schoonspuiten, geen bedrijfskleding wassen en niet werken op de kraamafdeling.
- Denk aan aanbieden van een griepvaccinatie aan jouw medewerkers als zij intensief contact met vogels hebben. Dit om vermenging van vogel- en menselijke griep te voorkomen."
Meer informatie
Wil je meer weten over zoönosen? Kijk in onze Arbocatalogus of in onze Kennisbank/Zoönose voor meer informatie. Of neem contact op met onze Servicedesk via info@stigas.nl of 085 – 044 07 00, optie 1.
En: