Praktijkvoorbeeld 2
Boswachter is bezig met een controle van een koetsier in het natuurgebied. In het betreffende natuurgebied geldt een ruiter- koetsiers regeling die inhoud dat ruiters/ koetsiers over een geldige ruiter/ koetsier vergunning en een ruiterbewijs moeten beschikken. De boswachter tevens Buitengewoon opsporingsambtenaar is bezig met een bevoegde controle. Op dat moment dat hij de gegevens van de verdachte aan het opschrijven is, voor een officiële waarschuwing overigens, hoort de boswachter dat er een man tegen hem roept. Iets in de trant van ; of hij niets beters te doen heeft dan ruiters lastig te vallen, of hij vind dat ie een grote kerel is, ruiters te pesten. De boswachter draait zich om en ziet een man van middelbare leeftijd in een trainingspak en een loslopende hond. Hij zegt tegen de man dat hij bezig is met een controle en dat hij als hij klaar is tijd heeft om de man even te woord te staan. De man blijft echter schelden en loopt dan met zijn hond hardlopend weer verder. Als de boswachter de man even later in zijn dienstauto achterna rijdt om hem staande te houden en aan te spreken op zijn asociale gedrag, begint de man te schreeuwen en hitst de hond op tegen de boswachter en rent met hond dwars door het bos van het pad af. De boswachter verbouwereerd achterlatend!